Circulaire economie: afrekenen met rechtlijnigheid

(Zoals verschenen in ‘De kleur van Geld’ januari 2016, uitgegeven door Triodos Bank)

Waar komen onze producten vandaan, en waar gaan ze heen na gebruik? “Onze leveranciers produceren de stukken, wij fabriceren het product en na consumptie wordt het weggegooid,” is een antwoord dat nog te veel ondernemers vandaag vanzelfsprekend vinden. Een nieuwe generatie entrepreneurs wil komaf maken met dat stramien van ontginnen-maken-weggooien (take-make-waste).

De circulaire economie is alles wat de lineaire waardeketen níet is. Door de economische waardeketen te sluiten tot een gesloten kringloop, wil ze al van bij het begin – vanaf het ontwerp van een product en van het verdienmodel – duurzamer omgaan met materiaal en energie. Het mooie is dat dit niet enkel een ‘groen’ succesverhaal oplevert, maar ook een verhaal van efficiëntie, innovatie en voorsprong. Niets immers zo oneconomisch als de verspilling van steeds duurdere materialen en energie. We laten de ondernemers aan het woord die het pad effenen naar een circulaire economie. Ook al is de weg naar de circulaire economie voorgoed ingeslagen, hij is nog lang en hobbelig.

Licht kopen in plaats van lampen

Stel je voor dat je naar een lichtfabrikant gaat en tegen de verkoper zegt: “Ik heb zoveel uren licht nodig in mijn gebouw per jaar. Het plaatsen van armaturen en elektriciteit laat ik aan jullie over, maar ik wil enkel licht kopen, geen lampen.” Allicht zal de verkoper je met gefronste wenkbrauwen aanstaren.
Toch is het een legitieme vraag. Exact die vraag stelde architect Thomas Rau aan Philips Lighting. Met zijn architectenbureau zoekt Rau permanent de grenzen van duurzame innovatie op, ook in de lichtplannen van zijn ontwerpen. Hij kon de ingenieurs van Philips overtuigen van een revolutionair idee, en zo ontstond een totaal nieuw businessmodel. Philips Pay Per Lux is een service die holistische lichtplannen ontwikkelt op maat. Hierbij ligt de verantwoordelijkheid voor het energie- en materiaalverbruik bij de fabrikant. Zo zal de luchthaven van Schiphol binnenkort de factuur betalen voor verlichting op circulaire basis, terwijl Philips eigenaar blijft van de armaturen en de installaties. De producent heeft er alle belang bij dat de apparatuur lang meegaat, terwijl dat voor verkopers in de regel niet interessant is, omdat ze dan minder snel nieuwe spullen kunnen verkopen.
“Het is een mooi voorbeeld van een product-dienstcombinatie,” legt Ronny Jongen uit. Als verantwoordelijke voor KMO’s en social profit organisaties bij Triodos Bank heeft hij ervaring met het vinden van financiering voor dit soort aanbiedingen. “Op basis van dit businessmodel wordt het voor kleinere organisaties haalbaar om industriële installaties te plaatsen die anders qua investering te zwaar zijn. Al zijn er nog wat kinderziektes om mee af te rekenen.”

Betalen voor gebruik in plaats van bezit

Start-up financiering vinden bijvoorbeeld, is geen sinecure. Marcel Peters, die vorig jaar zijn start-up Bundles uit de grond stampte, mocht het aan den lijve ondervinden. Peters wil met Bundles wasabonnementen verkopen in plaats van wasmachines. “Vanaf 14,95 euro per maand heb je een wasabonnement, inclusief een degelijke Miele wasmachine bij je thuis. Op die manier kunnen huishoudens wassen in een degelijke en zuinige machine, zonder een grote investering te doen.”

Terwijl zijn klantenbestand groeit en fabrikanten van machines en wasmiddelen aan een steeds betere dienstverlening meewerken, ambieert Peters dat wassen in een nagelnieuwe topmachine goedkoper én duurzamer wordt dan wassen in een oud model.
Om te investeren in topmachines van Miele had hij echter flink wat startkapitaal nodig. Dit type businessmodel is nog onbekend terrein voor banken en daarom moest Peters zoeken naar een alternatieve financieringsoplossing. Hij slaagde erin de eerste 100 wasmachines te financieren via crowdfunding. De kosten voor zijn personeel, de verkoop en administratie worden gedekt door een investering van 300.000 euro van, onder andere, Miele. Peters: “Belangrijk om investeerders te overtuigen en een product-dienstcombinatie te doen slagen is dat de restwaarde van een machine stabiel en hoog is, nadat het abonnement is afgelopen. Daarom is onderhoud en goed gebruik tijdens de gebruiksfase even cruciaal als ontwerp en materiaalkeuze.”

Materiaalpaspoort

“De circulaire economie draait om veel meer dan enkel recycleren,” zegt Sam Deckmyn, community manager bij Plan C, het knooppunt voor circulaire economie in Vlaanderen. “In het bedrijfsleven is er wel degelijk de wil om reststromen en gerecycleerd materiaal te gebruiken als grondstof, maar dan moeten die materialen wel zuiver en homogeen zijn.” Daarom zijn er dringend standaarden nodig: een soort materiaalpaspoort voor gerecycleerd materiaal. Dat is niet alleen belangrijk voor toepassingen die in aanraking komen met voeding (omwille van gezondheidsrisico’s), maar net zo goed voor, pakweg, autobanden. Zo is rubbergranulaat uit gerecycleerde autobanden bruikbaar in tal van toepassingen, onder meer in de aanmaak van nieuw asfalt. Deckmyn: “Het is belangrijk dat we circulaire economie en gesloten kringlopen ruimer zien dan louter ‘recycleren’. Het is niet zo dat iedere autoband opnieuw een autoband moet worden. Je moet het zien als een groot netwerk van gesloten kringlopen.”

Hoe meer we delen, hoe meer we hebben

Ook de deeleconomie kan als een onderdeel van de circulaire economie beschouwd worden. Deelplatformen veroveren stilaan de wereld. Denk maar aan het overweldigende succes van sites om werkgereedschap te delen als Peerby/WijDelen in Gent of Tourne-vie in Brussel. De kern daarvan is collectieve en gedeelde waardecreatie door intense samenwerking op basis van vertrouwen en wederkerigheid. Zoals Jan Jonker, hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit stelt: “Daarbij gaat het niet enkel over financiële winst maken, maar wel over al wat van waarde is te organiseren met innovatieve transactie-, verdien- en organisatiemodellen.”

Onderzoek leert dat de jongere generaties een meer collaboratieve instelling hebben dan oudere generaties. Aldus zijn zij de drijvende consumentenkracht achter de transitie naar een circulaire economie. Ten aanzien van autobezit bijvoorbeeld, vindt volgens een studie van marktonderzoeksbureau Prophet maar liefst 69 procent van de millennials (jongeren geboren tussen 1985 en 2000) in de EU en de VS dat autodelen de norm moet worden. Grote automerken maken een inhaalbeweging door hun eigen deeldiensten te lanceren, maar ook heel wat lokale ondernemers doen hun duit in het zakje.

“Na een eigen woning is het duurste bezit van heel wat gezinnen hun auto, en die staat voor 90 procent van de tijd gewoon op straat.” Op basis van die vaststelling lanceerde Maarten Kooiman in 2013 zijn bedrijf Tapazz, dat gebruikers helpt hun auto beter te valoriseren. Dankzij Tapazz kan je je auto delen met je buren, en reduceer je alle organisatorische en administratieve rompslomp. Eén auto kan theoretisch 12 mensen voorzien in hun mobiliteitsbehoefte. Zo hoeven er heel wat auto’s niet geproduceerd te worden en kunnen burgers aanzienlijk besparen op hun mobiliteitsuitgaven.

Met Tapazz is hij nu op zoek naar partners om zijn businessmodel ingang te doen vinden in de bedrijfswereld. Met een mobiliteitsbudget als onderdeel van het salarispakket wil Tapazz een duurzaam alternatief bieden voor de bedrijfswagen.
Verschillende studies bevestigen dat wanneer mensen – ook de oudere generaties – geen eigen wagen meer hebben en beroep doen op een autodeeldienst, het aantal kilometers per individu per jaar soms met 90 procent afneemt. Zen Car speelt daar handig op in met een autodeeldienst in Brussel die haar eigen vloot uitbaat. “Onder onze 2500 gebruikers vind je mensen van alle leeftijden, maar de meesten zijn dertigers of veertigers met een internationaal gerichte carrière rond de Europese instellingen,” zegt marketing manager Bertrand Castillon. Het bedrijf heeft 66 auto’s, drie type elektrische wagens, en 27 stations waar je auto’s kan afhalen en terugbrengen na gebruik.

Als je kijkt naar alle innovatie in mobiliteit, lijkt het wel alsof realtime data de voornaamste brandstof wordt in de transportsector. Zo realiseren we steeds betere mobiliteit met steeds minder auto’s. Een auto wordt een accessoire voor de smartphone.

(Maarten Kooiman)

Bier van bij de Babyloniërs

Maar de beste inspiratie voor besturingssytemen van de circulaire economie is natuurlijk te vinden bij Moeder Natuur zelf, waar het afval van de een voedsel is voor de andere. Onze hele biosfeer draait op hernieuwbare energie, waarbij ecosystemen gebruik maken van lokaal beschikbare en hernieuwbare grondstoffen. Van die biologische processen maakt de industrie vandaag al dankbaar gebruik: op basis van micro-organismen zoals bacteriën, schimmels en gisten komen producten als melk, isolatiemateriaal en zelfs wasproducten en kunstleder tot stand.
Biomimicry, technologische innovatie afgekeken van moeder natuur, is hoe langer hoe meer ook in België een inspiratiebron voor circulaire start-ups. Het voordeel van die zogenaamde ‘groene chemie’ is dat ze geen energieverslindende processen vereist, en enkel aan de slag gaat met natuurlijke grondstoffen, vaak zelfs afval- of reststromen uit de land- en tuinbouw. Een mooi voorbeeld daarvan vinden we bij Olivier de Brauwere en Sébastien Morvan, die met hun Brussels Beer Project zelf aan het brouwen en fermenteren sloegen om iets te doen aan de voedselverspilling. Maar liefst 12 procent van onze voedselverspilling bestaat uit vers brood dat niet verkocht raakt in de supermarkt. De jonge ondernemers toveren dat industriële overschot om in een economische opportuniteit door van brood het basisingrediënt te maken van hun Babylone Beer. Op basis van een recept uit de oudheid, meer bepaald van bij de Babyloniërs, die 7000 jaar geleden al brood fermenteerden om er een vrij bitter bier mee te brouwen, zetten de Brauwere en Morvan een lokaal, modern bier in de markt. Ze doen daarvoor intensief beroep op co-creatie en crowdfunding: nieuwe smaken worden ontwikkeld in nauwe dialoog met consumenten tijdens proeverijen. De voorfinanciering van het productieproces bekomen ze door de verkoop van wat ze zelf noemen ‘beer-for-life-abonnementen’. Wie intekent, krijgt voor 140 euro per jaar een mooie voorraad aan bijzondere bieren. Delhaize engageert zich als partner voor de aanvoer van onverkocht brood, en heeft Babylone Beer sinds kort ook in de rekken.
3,8 miljard jaar evolutie als inspiratie
De biologische kringloop brengt ons ten slotte bij één van de Belgische pioniers van de circulaire economie: Ecover. Was- en poetsmiddelen uit de petrochemie halen en voor honderd procent biologisch maken is al sinds de jaren tachtig de buitengewone missie van het bedrijf. Daarvoor haalt Ecover vooral inspiratie uit de natuur zelf. Met 3,8 miljard

jaar evolutie achter de kiezen zijn de reinigingsprocessen uit de natuur immers fascinerende geoptimaliseerde circulaire systemen waarmee we heel wat problemen kunnen oplossen. “Zo is de waskracht van de oppervlakte-actieve stoffen in onze producten geïnspireerd op het metabolisme van gisten in hommelkolonies,” vertelt Tom Domen, long term innovation manager bij Ecover. “Door op grote schaal koolzaadolie te fermenteren in bioreactoren, imiteren we dat proces. Het resultaat is wat we met trots ‘ecosurfactants’ noemen. Het is Ecovers belangrijkste schakel om detergenten te produceren zonder klassieke petrochemie. De natuur is dan ook een onuitputtelijk, levend reservoir om innovatieve oplossingen uit te putten voor de circulaire economie,” besluit Domen.

Voor de hackers van morgen is de natuur een soort app store met een eindeloos potentieel aan toepassingen. Micro-organismen worden de nieuwe hardware, en hun genoom en metabolisme de software.
(Tom Domen)

Financier van verandering

Ronny Jongen en zijn team bij Triodos Bank zijn al vaak in aanraking gekomen met de kringloopeconomie. Recyclage, terugname van goederen en verwerking tot nieuwe materialen hebben ook vaak een sociale component en met sociale economie heeft Triodos Bank een ruime ervaring. Denk maar kredietklanten zoals de GroupeTerre, Kringloopwinkels en Orka Relighting.
Voor financiers is de circulaire economie een uitdaging. Enerzijds is het potentieel enorm: van de bouwsector, de maakindustrie, de voedingssector tot de de textiel- en retailsector. Anderzijds spreken we bijna steeds over nieuwe businessmodellen die Triodos Bank dwingen om keuzes te maken. Financieren we de aanbieder die het eigenaarschap van het product op zich neemt? Of moeten we het gebruik financieren en ervoor zorgen dat de dienst voor de eindgebruiker ook een besparing oplevert?
Nieuwe businessmodellen hebben ook nieuwe waarborgstructuren nodig. In de circulaire economie dienen we te kijken naar cashflow en de onderliggende activiteiten en is de (rest)waarde van investeringsgoederen minder van belang.

INVESTEREN IN DE CIRCULAIRE ECONOMIE

De beleggingsfondsen van Triodos Bank investeren in mondiale ondernemingen die het voortouw nemen binnen een groeiende circulaire economie. Zo organiseert H&M zelf de ophaling van oude kleding, Saint-Gobain recycleert glas en gipsplaten, en Interface, LKQ en First Solar doen hetzelfde voor respectievelijk tapijttegels, auto-onderdelen en zonnepanelen.

Dit artikel verscheen op 18 januari in ‘De kleur van Geld’, het magazine van Triodos Bank

0 replies

Leave a Reply

Want to join the discussion?
Feel free to contribute!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *