Mobiliteit: Een auto die niet alleen geld kost maar ook opbrengt

De auto is voor meeste mensen na hun huis hun tweede duurste bezit. Bovendien staat die auto vaak voor meer dan 90% van de tijd nutteloos voor de deur in waarde af te nemen. Heel wat ondernemers proberen dit anders te bekijken door bijvoorbeeld mobiliteit los te koppelen van autobezit. Met business modellen waar betaald wordt voor autogebruik in plaats van eigenaarschap realiseren ze ‘mobility as a service’. Meer mobiliteit creëren met minder auto’s. Mijn presentatie over de toekomst van mobiliteit is inmiddels een populair verzoeknummer geworden bij traditionele spelers in de autobranche zoals autodealers, leasingmaatschappijen en importeurs.

Een heel bijzonder initiatief dat ik in die context graag laat zien is het recente experiment van SnappCar en Privatelease.com in Nederland. Klanten kunnen een Fiat 500 Popstar in een kleur naar keuze leasen voor maar 99 Euro per maand ipv 225 Euro per maand. De enige voorwaarde is dat ze hun auto 2 dagen per maand ter beschikking stellen voor verhuur aan mensen in hun buurt. Het partnership met Snappcar zorgt voor toegang tot veel gebruikers. Het eerste weekend van de proefperiode dienden zich maar liefst 77 klanten aan. Veelal jonge dertigers die op die manier op een budgetvriendelijke manier kunnen beschikken over een leuke auto.

Wanneer je als burger zelf je auto wil delen met buren, en zo een paar honderd Euro wil (terug)verdienen per maand, kan je je auto ook kwijt op Tapazz. Tapazz is een Belgische community-app waar kan kenbaar maken dat jouw auto beschikbaar is, en je die kan delen met mensen in je buurt.

De-NV200 WORKSPACe zet digitale nomaden op wielen

Twee jaar geleden was ik al gecharmeerd door Nissan’s ‘e-NV200’. De elektrische wagen en kandidaat om de nieuwe  ‘Black Cab’ in Londen te worden. De elektrische versie van het taxibusje werd een noodzaak om te voldoen aan de normen van de Londense lage-emissiezones van Boris Johnson.  Vandaag zien we de e-NV200 verschijnen in een heel andere gedaante.

Nissan ging de samenwerking aan met Studio Hardie, om een sympathieke verschijning toe te voegen aan de reeks innovaties voor de werkomgeving, en zette de werkplaats letterlijk op wielen. Zoals het filmpje laat zien is dit elektrische busje een heel fraai kantoor waar weloverwogen keuzes zijn gemaakt om zoveel mogelijk comfort te bieden op beperkte ruimte.

Er zijn 30 minuutjes nodig om dit busje op 80% van haar batterijvermogen te brengen. Het kantoortje biedt een uitvouwbare werktafel, een touch-screen computer, draadloos internet, bluetooth audio, verlichting die je kan aansturen met je smartphone, een ijskastje, een koffiemachine en plaats voor een Bromton vouwfiets aan de deur.

Om maximaal van je omgeving te genieten is er een uitschuifbaar balkon en een panoramisch glazen dak. In mijn dagelijks bestaan als éénmansleger zou het mijn werk alvast een pak flexibeler maken.

Logistiek georganiseerd door de Facebook-generatie

Op uitnodiging van DPDGroup praat ik op donderdag 24 november samen met trendwatcher Herman Konings de logistieke sector bij over de toekomst van logistiek. Hoe gaat de nieuwe generatie met nieuwe evenwichten tussen mens, omgeving en technologie logistiek anders bekijken?

In de Europese unie alleen zouden meer dan zes miljoen bedrijven een radertje zijn in het grotere klokwerk van onze logistiek. Sommige zijn vooral verzender van goederen, anderen ontvanger, en sommige zijn planner, distributeur of transporteur van al deze goederen. Heel wat van die bedrijven hebben al een rijke geschiedenis achter de rug om die goederenstromen zo efficiënt mogelijk te plannen. Efficiënt betekent in dit geval: goederen met zo min mogelijk transportbewegingen en kilometers op hun plaats krijgen. En liefst op tijd.

Ondanks dat wordt wereldwijd nog steeds 75% van het transport gepland met pen en papier, telefoon of fax en misschien een spreadsheet. Bedrijven die toch veel in informatisering hebben geïnvesteerd doen dat vaak als silo’s: Individueel, kijkend naar hun eigen binnen- en buitengaand transport. Daarom rijden op onze Vlaamse wegen – nog steeds – 25% van alle vrachtwagens leeg. De overige 75% komt aan gemiddeld 60% van haar laadvermogen. De volgende keer je in de file staat in pakweg de driehoek Antwerpen-Gent-Brussel, ga je er spontaan anders van gaan kijken naar die lange parade vrachtwagens in het stilstaand verkeer. Wanneer het verkeer nog blijft toenemen, staan we stil.

Tinder voor Transportplanners

Op selfdriving cars en trucks is het nog even wachten. Wanneer computers het stuur overnemen van homo sapiens zou onze wegcapaciteit verviervoudigen volgens Google.

Gelukkig is er een vooruitgangsperspectief waar we nu al mee aan de slag kunnen. Want de werkelijke digitale transformatie van de transportsector wacht niet op driverless technology. Ze is al ingezet in de vorm van collaboratieve transportplanning.

Het is heel mooi om te zien hoe heel wat start-ups zich laten inspireren en motiveren door de gedachten achter distributie 2.0, ook in Vlaanderen. Misschien worden we toch ooit nog een slimme draaischijf. Een nieuwe generatie ICT-bedrijven helpt transportplanners met cloud based software transportstromen inzichtelijk te maken, te optimaliseren, en transport-matches te detecteren met andere gebruikers.

In analogie met Facebook of zelfs Tinder, maken transportplanners een eigen profiel aan, suggereert het platform matches tussen bedrijven aan de hand van gelijklopende trajecten en delen ze activiteiten. Het volledige volume transport wordt zo uitgevoerd met zo weinig mogelijk transportbewegingen. ICT helpt ons strijden tegen de files door over de grenzen van organisaties heen een zo groot mogelijk bundelings-effect te creëren.

Het fenomeen kwam al enkele jaren geleden piepen onder de naam ‘social transport’: goederen transporteren door gebruik te maken van reeds bestaand pendelgedrag.

Aardappeltjes carpoolen met pendelaars

Een mooi pioniersverhaal vind je bij het Zwitserse Kartoffelntaxi. Boeren die in de Zwitserse alpen (meerbepaald in de Schindellegi bergen) hun jonge aardappeltjes zo duurzaam mogelijk wilden telen, gingen in samenwerking met lokale bakkerijen het transport naar Zurich, Genève en Basel organiseren met pendelaars. Met veel trotse en emotionele betrokkenheid reden in 2011 al zo’n 40 vrijwilligers met solanine-rijke primeuraardappeltjes uit de bergen richting de klasse-restaurants in de Zwitserse steden.

De airbnb voor sociaal transport komt uit Noorwegen

De airbnb om dingen te transporteren door gebruik te maken van bestaande, particuliere verkeersstromen wordt misschien wel het van oorsprong Noorse Nimber. Heb je je dure zonnebril vergeten op restaurant tijdens een citytrip? Of heb je een gigantisch tweepersoonsbed gekocht bij Ikea dat je zelf niet thuis krijgt? Geen probleem, zet het op Nimber, en misschien is iemand uit de Nimber-community die net dat traject gaat doen bereid om het mee te brengen (tegen een eerlijke vergoeding)

Nimber verklaart zelf 60.000 gebruikers te hebben in Noorwegen, en dat is 0,6 percent van de populatie. Dat lijkt verwaarloosbaar weinig, maar dat zou volgens hen en afdoende kritische massa zijn om het platform te doen werken.

Sinds kort zijn ze ook actief in de UK waar ze op twee jaar tijd willen groeien naar 400.000 gebruikers, zo’n 0,4 percent van de populatie. Ook transport van goederen wordt steeds meer een functie van de smartphone met bits en bites als voornaamste brandstof.

Een bont ballenbad aan big data

Een bont ballenbad aan big data wordt steeds meer de basis van een leefbare, veilige en duurzame stad. Naarmate steden steeds meer infrastructuur ontwikkelen van het genre ‘city-of-things’ zullen steeds meer nieuwkomers opportuniteiten zien om mensen- en goederenstromen steeds efficiënter, veiliger en milieuvriendelijker te transporteren. Verrassend is dat technologie steeds meer onttrokken wordt van het zicht.

Gechipte vuilnisbakken in slimme steden

In Nederland richt iedere gemeente zijn eigen afvalsysteem in. Veel gemeenten keizen voor een brede variatie aan afvalcontainers op straat of onder de grond. 10000 afvalcontainers in 30 gemeenten hebben chips waarmee ze communiceren met elkaar, maar ook met slimme vuilniswagens. Actuele data wordt verzameld zonder mankracht waardoor containers enkel geleegd worden wanneer ze het signaal geven dat ze helemaal vol zitten. Het gevolg zijn minder ledigingen en minder transportbewegingen. De gemeente Groningen wist op die manier in 2015 18% op haar totale inzamelbudget te besparen en de uitstoot van CO2 met 18% terug te brengen.

En zo zal iedere niche in de stad voor haar operationele uitdagingen meer en meer machine-to-machine antwoorden vinden. Steden zijn in meeste landen verantwoordelijk voor 50% van de CO2-uitstoot. Dat komt natuurlijk omdat in stedelijke gebieden meer mensen wonen en meer verkeer is. Het betekent ook dat er veel te winnen is met klimaatbesparende toepassingen.

Onderzoek van Accenture voor het Global e-sustainability initiative Smarter 2030 stelt dat goed ingezette technologie de CO2-uitstoot in de stad kan verminderen met 20%. Minder CO2 door ICT. De slimme stad kan substantieel bijdragen aan het vergroten van de duurzaamheid in ons dagelijks leven.

Amber one: Autorijden voor 33,00 Euro per week.

Autodelen met vrije uitloop

In de vorige editie van Antropocene Gedachten hebben we het uitgebreid over driverless cars gehad aan de hand van Olli en Local Motors. Een ander innovatiepad rond mobiliteit is mobility as a service (Maas), waar het comfort van individueel vervoer wordt losgekoppeld van autobezit. Traditionele spelers in de autobranche starten één voor één hun eigen autodeelsysteem, vaak zelfs met vrije uitloop (auto’s die je binnen een geografisch gebied kan oppikken en ook laten staan, in de branche heet dat ‘Free Floating Carsharing’). Car2go is allicht nog steeds de grootste met meer dan 1,8 miljoen gebruikers, en een vloot van 13.000 auto’s in 29 verschillende steden.

Van het Belgische community-platform voor fleet managers Link2fleet weten we dat BMW met Drive Now 3 maanden na haar blijde intrede in Brussel, trots is op 5000 gebruikers en reeds 100.000 gereden kilometers.

Een wel heel bijzonder initiatief vinden we opnieuw in Nederland. Voor heel wat mensen is hun auto hun 2de duurste bezit (na hun woning), en gek genoeg staat die voor 90% van de tijd stil (voor de deur, of aan het kantoor). Amber Mobility, een Eindhovense start-up die aan de slag gaat met kapitaal van ABN AMRO en de gekende leasingmaatschappy Athlon is op een eigenzinnige manier van start gegaan met een carsharing dienst.

Het lijkt erop alsof ze zijn gestart met het prijskaartje, net zoals Ikea. Hun ambitie is om carsharing beschikbaar te maken voor de Einhovenaar in 2018 voor 33,00 Euro per week.

“De ideale auto om in een deelsysteem te opereren aan 33,00 Euro bestaat niet, en kunnen we maar beter zelf bouwen. Dat moeten ze gedacht hebben toen men de Amber One is gaan ontwerpen.

Een auto voor de deeleconomie kan maar beter elektrisch zijn om onderhoudskosten en energiekosten te drukken. De Amber One moet een actieradius van 400 kilometer gaan hebben, een maximumsnelheid van 150 kilometer per uur en een levensduur van 1,5 miljoen kilometer. Net zoals bij Tesla is het de bedoeling dat de auto software-updates kan krijgen

Met een totaalgewicht van 650 kilogram wordt het bovendien een lichtgewichtje.

“Trek mee op inspiratiesafari door Amsterdam

Waarom zijn welzijnswerkers geïnteresseerd in design fietsen? Waarom lanceert een kappersketen een school? En waarom richten jeansmerken samen een R&D-labo op in een retailcomplex? 
 Het zijn allemaal voorbeelden van consilient thinking: ongewone samenwerking die leidt tot ongeziene innovatie. Heel wat innovatie op basis van sector-overschrijdende kruisbestuiving kan je vinden in Amsterdamse retail-, hospitality- en vastgoed concepten.

Net zoals afgelopen jaren, organiseer ik van woensdagavond 28 september, tot en met vrijdagnamiddag 30 september een trip door Amsterdam met als doel veel inspiratie op te doen.

Het programma bestaat uit 10% trendbriefings, 70% bezoeken aan innovatieve projecten en 20% reflectie: toepassing van trend intelligence in de eigen bedrijfsrealiteit. Logement, lunch, diner en verplaatsingen in Amsterdam zijn uitgekozen in functie van hun innovatieverhaal.

Het programma verschaft drie zaken:

  • Een overzicht van de uiteenlopende invalshoeken waar innovatie vandaan komt, hoe het de waardeketen kan hertekenen en de winkel- of gebruikerservaring herdefinieert.
  • Bezoeken aan projecten met een kijk achter de schermen en getuigenissen van ondernemers en ontwerpers.
  • Twee sessies die diepgaand duiding geven rond de observaties en interactieve oefeningen die deelnemers helpen de 
trend- en innovatietechnieken toe te passen in de eigen bedrijfsvoering.

Te bezoeken projecten zijn mogelijks oa. Denim Lab, Amsterdamse Hallen, Kinki Academy, The Dutch Weedburger, Seamore, Start-up kolonies in Westergaspark, Rockstart of FreedomLab, Volkshotel, Zoku, Mediamatic, Wework, Art Deli, The Roast Room, 3DPrintCanalhouse, Instock, Mighty Milk, TringTring, The VR Cinema, Heijmans One, CityHub, etc…

Het programma wordt bepaald in functie van beschikbaarheden en de achtergrond van de deelnemers.

Aankomst en vertrek

De trendsafari start op woensdagavond om 19u00 in The Student Hotel, Wibautstraat 129 in Amsterdam. Deelnemers worden ontvangen vanaf 17u00. De trendsafari eindigt op vrijdagnamiddag.

Verblijf

We logeren met de hele groep twee nachten bij The Student Hotel te Amsterdam-West. The Student Hotel is op zichzelf al een heel bijzonder innovatief concept in hospitality. Als hybride van een studentenverblijf en boutique hotel weet het met haar energieke en jeugdige sfeer een internationaal publiek aan te trekken.

Verplaatsing

Deelnemers zijn vrij te komen hoe ze willen. Tegen betaling is er parkeerruimte voorzien bij The Student Hotel. Je kan ook met de trein of met de Thalys komen. Van Amsterdam Centraal neem je tram 13 en ben ja na 20 minuutje op het hotel.

Andere aandachtspunten

Binnen Amsterdam verplaatsen we ons op de fiets en met de taxi. Kleed je daarom met aandacht voor het weer.

Reservering

De trip gaat door wanneer een opdrachtgever minstens tien deelnemers heeft gevinden en hun deelname bevestigd is.

Consilient thinking: Ongewone samenwerking die leidt tot ongeziene innovatie

Consilience of coïncidentie betekent letterlijk ‘samen voorvallen’. Consilient thinking betekent dat je met experten van uiteenlopende disciplines samen naar oplossingen zoekt voor (vaak mondiale) problemen. Een mooie verrassing bij consilient thinking is dat oplossingen vaak  in meerdere sectoren hun nut bewijzen. Wat gebeurt er als je de huidige inzichten uit de biologie, fysica, computertechnologie en anderen zou combineren? Tot welke nieuwe balansen tussen mens, technologie en natuur kom je dan? Zijn er dan nieuwe innovatiepaden denkbaar in de productie van voeding, in hoe we mobiliteit organiseren, of hoe we pakweg een autostrade beleven? En kan je met globale uitdagingen op de achtergrond (global warming, energie, waterfootprint, landgebruik,…) impact creëren via consumptiegedrag?

“Consilience, which Pulitzer Prize-winning scientist and philosopher Edward O. Wilson defines as ‘the interlocking of causal explanation across disciplines’, is the order of the day.

Een goed voorbeeld van consilient thinking is opnieuw Olli. Het is zowel een baanbrekend  innovatie-voorbeeld voor de auto-branche, maar ook voor de ICT-sector (internet-of-things), de energie-sector, manufacturing en design.

We vinden nog veel meer toepassingen van ‘consilient thinking’ in de voedingsindustrie waar foodcomputers en synthetische biologie voor toekomstscenario’s zorgen om straks 9 miljard mensen te voeden die voor 85% in megasteden zullen leven.

The NOT Company: “We asked Guiseppe about the foodture

Een bijzonder initiatief dat ik graag aankaart vinden we bij de Chilleense startup “The Not Company”. In samenwerking met een algoritme dat ze Guiseppe noemen, analyseren ze menselijke percepties van smaak en textuur. De Not Company koestert Guiseppe, en benoemt hem smalend als de meest geniale voedingswetenschapper ter wereld. Het programma suggereert op basis van onderzoeksdata uit smaaktesten de meest onorthodoxe combinaties van plantaardige ingrediënten. Hiermee hebben ze al een reeks plantaardige zuivelproducten ontwikkeld, en nu is er bij de NOT Company de ambitie om heel realistische en smakelijke vleesvervangers te creëren. In tegenstelling tot wat je zou denken bestaat de foodtech startup NotCo niet uit vegetariërs. In tegendeel, men is er gek op zuivel, eieren en vlees, maar met de inzichten van vandaag vinden de medewerkers van Notco de huidige productiemethoden ronduit absurd, economisch inefficient, schadelijk voor ons ecosysteem, en immoreel ten aanzien van dieren.

“14,5% van onze mondiale broeikasgassen zijn rechtstreeks gerelateerd aan veeteelt. Rede genoeg om met nieuwe technologie op zoek te gaan naar alternatieven die het qua energie- en waterverbruik veel zuiniger doen.

Dankzij de eerdere successen  met Guiseppe in de ontwikkeling van alternatieve zuivel, durven ze bij NOT vandaag de uitdaging aan om heel realistisch vlees te imiteren, zowel qua uitzicht, textuur, ‘mouthfeel’ en smaak.

 

Toekomstverkenning: De sleutel tot Mobility as a service

“Hoe bereiden we Volvo Car Dealerships voor op de toekomst? Dat was de vraag van Volvo Cars Nederland samen met haar dealerbestuur. In ’t bijzonder waren ze geïnteresseerd in de rol van de concessie (en het verkooppunt en de showroom in het bijzonder). Anders gesteld: hoe zorgen we er in een toekomst van ‘Mobility as a service’ en ‘self-driving cars’ voor dat mensen toch voor Volvo kiezen? Hoe geven we een premium cachet aan service? En wat is de rol van de regionale dealer?

Na een zeer uitvoerige toekomstverkenning, zijn we tot een set van vijf  innovatiepaden gekomen waarin hoofdzakelijk regionaal het verschil kan gemaakt worden dankzij weloverwogen, premium klantervaringen. Deze klantervaringen (customer journeys) werden  in scenario’s omgezet in samenwerking met Pinkeye Design Studio. In vijf concrete storyboards hebben we nu een concreet idee van de klantervaring van A-tot-Z per dienst.

Eén van de meest frisse elementen, en slimme strategische opstapjes om regionale deeldiensten in elkaar te knutselen is de ‘sleutelvrije auto’. Eigenaars van auto’s uitgerust met Keyless Drive kunnen vandaag al hun auto vergrendelen, ontgrendelen en starten zonder dat de transpondersleutel in het contactslot hoeft te zitten. Een volgende stap (tegen 2017) is om de sleutel te vervangen door een applicatie voor de smartphone en dat biedt een interessant potentieel. Zo zouden Volvorijders niet alleen hun app kunnen gebruiken voor een huurauto tijdens hun vakantie, ze kunnen via die app ook hun Volvo delen met de buren. Autobezit is op termijn misschien ook niet meer nodig. We gaan er nog even van uit dat je zelf achter het stuur zit wanneer we denken aan ‘free floating carsharing’ (auto’s verspreid over de stad, die je kan localiseren, gebruiken en niet op een vast punt hoeft terug te zetten). Wanneer je lid bent van zo’n club, kan je dankzij jouw sleutel-applicatie auto’s in de buurt localiseren, kiezen en reserveren.

Hoe de toekomst van mobiliteit samenkomt in de gedaante van Olli

De toekomst van mobiliteit is 100% schoon, 100% veilig en 100% autonoom
(Maarten Steinbuch, Hoogleraar Universiteit Eindhoven, SingularityU The Netherlands)

Vlak voor de zomer – op 16 juni 2016 om precies te zijn –  werd de toekomst van mobiliteit volgens LocalMotors (ja, de ironie is bewust…) voorgesteld aan de wereld in de gedaante van Olli. Olli is niet zomaar een pendelbusje. Net zoals haar Europese zusjes – de Wepods – die vandaag rondrijden op de universiteitscampus van Wageningen, zijn de Olli’s 100% elektrisch en autonoom. Het bijzondere echter aan Olli is dat die bestuurd wordt door het artificiële brein (cognitive computing capabillities) van IBM Watson. IBM Watson kan je in eenvoudige mensentaal aanspreken, en hij spreekt ook in mensentaal terug (voorlopig wel enkel in het Engels…) Het superbrein van IBM Watson wordt al ingezet in de gezondheidssector, in de financiële sector en de advocatuur. Als bestuurder van Olli kan hij  ‘in real time’ de verzoeken verwerken die reizigers via hun smartphone ingeven, en de kortste weg uitstippelen om iedereen zo snel mogelijk te voorzien van hun mobiliteitsbehoeften. Dankzij haar rekenkracht weet ze ieder individu te bedienen met zo kort mogelijke rij- en wachttijden, van deur-tot-deur.

Olli opereert in een geografisch afgebakend gebied (een stadsdeel), en hoeft niet op een aparte rijstrook. Dankzij gevoelige sensoren rijdt hij dwars door alle verkeer. Hiermee is hij een self-driving car, niveau 4. Het vijfde stadium is wanneer er letterlijk geen grenzen meer zijn en je pakweg Parijs kan intikken als bestemming, en de hele rit een dudje kan doen.

De gebruikservaring is bij Olli ongetwijfeld het meest onderscheidend. Watson is nauwkeurig, via verschillende kanalen aan te spreken (op straat via de smartphone, in het busje gewoon met je stem), (her)kent je na verloop van tijd, is altijd beleefd en nooit humeurig. Interactie met mensen doet Watson bijleren. Als passagier kan je met Watson (of is het Olli?) een praatje maken over de technologie of over waar je vandaag heen wil. Passagiers kunnen tijdens de rit van gedachte veranderen (zet me toch maar neer aan het Stationsplein…) en aangeven waar en wanneer ze terug willen worden opgehaald. Hoe meer interactie, hoe nauwkeuriger Olli haar dienstverlening wordt.

LocalMotors

Wat weinig mensen weten is dat LocalMotors een schoolvoorbeeld is van co-creatie. De lineaire waardeketen die zo eigen is aan de auto-industrie wordt door LocalMotors behoorlijk  door elkaar geschud. LocalMotors is een technologiebedrijf dat mensen wereldwijd samenbrengt rond ontwerp, productie en verkoop van de voertuigen van de toekomst. LocalMotors vervangt het ‘pijplijnmodel’ door het ‘platformmodel’ in een industrie waar die kanteling misschien wel het meest spectaculair is: de autobranche.

Olli wordt geproduceerd in een zogenaamde BAAM (Big Area Additive Manufacturing System), zeg maar ‘een volautomatische 3D-printer en assemblage-machine’. En ondanks wat het woord ‘Big’ doet vermoeden; de computergestuurde productiefaciliteit zou net twee keer in de tuin van mijn rijhuisje kunnen. Het gedecentraliseerde business model van Local Motors stelt met andere woorden ieder provinciestadje terug in staat om haar eigen voertuigen te produceren.

Het doel van LocalMotors is om via dat nieuwe model de evolutie richting nieuwe mobiliteitstechnologieën te versnellen. Zo kwam LocalMotors met de allereerste auto op de markt, die integraal bestond uit componenten uit een 3D-printer (de Strati), en die werd ontworpen door een community van designers wereldwijd.

 Nieuwe technologie, optimisme en scepsis

Optimisme geeft hoop. Autodelen, MAAS (Mobility as a service) en autonoom rijden zijn een mooie opstap naar alternatieve energiebronnen omwille van de schaal, een optimale benutting van de wegcapaciteit (minder files), potentieel minder verkeersdoden, minder voertuigen, en minder verspilling van energie en materiaal. Ook het idee dat het leven gewoon door kan gaan terwijl je je verplaatst (al werkend, converserend of ontspannend) is ook een zeer aantrekkelijke (én duurzame) gedachte.

Enkel wanneer ik in een midden kom van milieu-activisten wordt nog steeds met scepsis en argwaan gekeken naar nieuwe technologieën. Platform-modellen zouden enkel het grootkapitaal dienen (De deeleconomie is een eufemistische vermomming van het platformkapitalisme), en juist overconsumptie bevorderen.

Uiteraard is er ook een potentiële keerzijde. Wanneer de prijs per kilometer spectaculair zou dalen, zet dat de deur open voor zelfrijdende vergaderzalen, terrasjes m’as-tu-vu op wieltjes, rijdende hotelkamers en televisie-avonden, lang achteruit liggend langs Vlaamse velden, …

Ookal wordt er met terechte bezorgdheid gerefereerd naar slokkoppen als Uber, toch toont de actualiteit dat nieuwe business modellen rond automobiliteit ook ruimte bieden voor conceptuele diversiteit en nieuwkomers allerhande (Denk maar aan Lyft, Drive Now, Lift Hero (Uber voor ouderen), en kleinere, Belgische initiatieven als Bolides en Tapazz.

Een mijmering rond ons openbaar vervoer

Mijn laatste treinrit voor de vakantie (retourtje Mortsel-Oude-God-Brussel) kostte 14,00 Euro. Vanwege de staking, afgelaste treinen en wat heen-en-weer-gerij voorbij mijn eigen deur, was ik een halve dag kostbare tijd kwijt aan een vergadering van slecht één enkel uurtje.

Voor exact dezelfde afstand, zou een collega die woont en werkt in Parijs 6 Euro hebben uitgegeven aan Uber Pool. Van deur-tot-deur.

Mijn vraag aan de tegenstanders en sceptici: op welke rem ga je staan? En bieden nieuwe golven van vernieuwing niet eerder de kansen om bergen te verzetten mbt. duurzaamheid ipv aanleiding tot krampachtig verzet?

“Heer verlos ons van het stuur”

(Zoals verschenen in het boek Futures, uitgegeven door Lannoo, oktober 2015)

Kort na nieuwjaar zullen twee zelfrijdende voertuigen op de openbare weg in het Nederlandse Gelderland rijden. De twee sympathiek ogende busjes luisteren naar de naam ‘WePods’ en zullen het treinstation van Ede/Wageningen verbinden met de Universiteit van Wageningen, een traject van zo’n zes kilometer. Geholpen met allerlei sensoren, radars en boordapparatuur zullen ze zich een weg banen tussen het andere verkeer in de relatief rustige Food Valley, en dat is een wereldprimeur. Ze hebben geen aparte rijstrook, geen stuur en geen pedalen, en toch zullen ze na enkele maanden van testritten ook personen vervoeren.

Lees meer