Bar Transit: Korte gesprekken met koplopers

Bar Transit is het initiatief om met een Vlog van start te gaan en een bont en divers pluimage aan koplopers te interviewen. Ik zie het voorlopig nog steeds als een experiment, want het voelt alsof ik alslinkshandige met mijn rechterhand moet schrijven. Qua vorm zoek ik nog meer dynamiek, de intentie mag zeker blijven wat ze is.

Met Bar Transit wil ik op een heel andere manier aan toekomstverkenning doen. Ik wil rechtstreeks van entrepreneurs en intrapreneurs horen wat ze anders hebben bekeken, welke grenzen ze willen verleggen en hoe ze dat aanpakken. Mijn belangrijkste criterium is dat ze  zich laten inspireren door een mondiale uitdaging. Met de professionele ondersteuning van storycatchers zijn alvast vier afleveringen  ingeblikt. Qua vorm ben ik nog zoekende naar meer dynamiek, de intentie mag zeker blijven wat ze is.

Uit de eerste aflevering met Erik Verdeyen van Q-Pinch leren we dat het grootste potentieel tot energiebesparing in de grootindustrie niet te vinden is bij electriciteit, maar bij warmte. Erik Verdeyen vertelt over de technologische oplossing van Q-Pinch over hun strategie als start-up om tot implementatie te komen.

Ken je iemand met een nieuw verhaal waarvan je vindt dat het in Bar Transit moet verteld worden? Laat het zeker weten via onze Facebookpagina.

Mobiliteit: Een auto die niet alleen geld kost maar ook opbrengt

De auto is voor meeste mensen na hun huis hun tweede duurste bezit. Bovendien staat die auto vaak voor meer dan 90% van de tijd nutteloos voor de deur in waarde af te nemen. Heel wat ondernemers proberen dit anders te bekijken door bijvoorbeeld mobiliteit los te koppelen van autobezit. Met business modellen waar betaald wordt voor autogebruik in plaats van eigenaarschap realiseren ze ‘mobility as a service’. Meer mobiliteit creëren met minder auto’s. Mijn presentatie over de toekomst van mobiliteit is inmiddels een populair verzoeknummer geworden bij traditionele spelers in de autobranche zoals autodealers, leasingmaatschappijen en importeurs.

Een heel bijzonder initiatief dat ik in die context graag laat zien is het recente experiment van SnappCar en Privatelease.com in Nederland. Klanten kunnen een Fiat 500 Popstar in een kleur naar keuze leasen voor maar 99 Euro per maand ipv 225 Euro per maand. De enige voorwaarde is dat ze hun auto 2 dagen per maand ter beschikking stellen voor verhuur aan mensen in hun buurt. Het partnership met Snappcar zorgt voor toegang tot veel gebruikers. Het eerste weekend van de proefperiode dienden zich maar liefst 77 klanten aan. Veelal jonge dertigers die op die manier op een budgetvriendelijke manier kunnen beschikken over een leuke auto.

Wanneer je als burger zelf je auto wil delen met buren, en zo een paar honderd Euro wil (terug)verdienen per maand, kan je je auto ook kwijt op Tapazz. Tapazz is een Belgische community-app waar kan kenbaar maken dat jouw auto beschikbaar is, en je die kan delen met mensen in je buurt.

Amber one: Autorijden voor 33,00 Euro per week.

Autodelen met vrije uitloop

In de vorige editie van Antropocene Gedachten hebben we het uitgebreid over driverless cars gehad aan de hand van Olli en Local Motors. Een ander innovatiepad rond mobiliteit is mobility as a service (Maas), waar het comfort van individueel vervoer wordt losgekoppeld van autobezit. Traditionele spelers in de autobranche starten één voor één hun eigen autodeelsysteem, vaak zelfs met vrije uitloop (auto’s die je binnen een geografisch gebied kan oppikken en ook laten staan, in de branche heet dat ‘Free Floating Carsharing’). Car2go is allicht nog steeds de grootste met meer dan 1,8 miljoen gebruikers, en een vloot van 13.000 auto’s in 29 verschillende steden.

Van het Belgische community-platform voor fleet managers Link2fleet weten we dat BMW met Drive Now 3 maanden na haar blijde intrede in Brussel, trots is op 5000 gebruikers en reeds 100.000 gereden kilometers.

Een wel heel bijzonder initiatief vinden we opnieuw in Nederland. Voor heel wat mensen is hun auto hun 2de duurste bezit (na hun woning), en gek genoeg staat die voor 90% van de tijd stil (voor de deur, of aan het kantoor). Amber Mobility, een Eindhovense start-up die aan de slag gaat met kapitaal van ABN AMRO en de gekende leasingmaatschappy Athlon is op een eigenzinnige manier van start gegaan met een carsharing dienst.

Het lijkt erop alsof ze zijn gestart met het prijskaartje, net zoals Ikea. Hun ambitie is om carsharing beschikbaar te maken voor de Einhovenaar in 2018 voor 33,00 Euro per week.

“De ideale auto om in een deelsysteem te opereren aan 33,00 Euro bestaat niet, en kunnen we maar beter zelf bouwen. Dat moeten ze gedacht hebben toen men de Amber One is gaan ontwerpen.

Een auto voor de deeleconomie kan maar beter elektrisch zijn om onderhoudskosten en energiekosten te drukken. De Amber One moet een actieradius van 400 kilometer gaan hebben, een maximumsnelheid van 150 kilometer per uur en een levensduur van 1,5 miljoen kilometer. Net zoals bij Tesla is het de bedoeling dat de auto software-updates kan krijgen

Met een totaalgewicht van 650 kilogram wordt het bovendien een lichtgewichtje.

Urban Crops: Mondiale ‘Farm to fork wordt lokale ‘seed to eat’

Wanneer we praten over innovatie in voedselproductie wordt vaak naar Japan, de VS en Nederland gekeken. Maar – geloof het of niet – in Beveren-Leie, deelgemeente van de stad Waregem in West-Vlaanderen wordt ook koortsachtig geknutseld aan de toekomst van voedselproductie. Vandaag vinden we bij Urban Crops, aan de Grote Heerweg 69 de grootste geautomatiseerde plant factory van Europa.

De test-omgeving stelt 30m2 beschikbaar waar zes meter hoog in acht teeltlagen boven elkaar onder monochroom LED-licht gewassen worden geteeld. Bij volcontinue productie van pakweg groene eikenbladsla, kan je met die installatie zo’n 220 kroppen sla per dag oogsten.

Ik praatte vandaag met de oprichter Maarten Vandecruys over het verhaal achter Urban Crops.

Het begon in 2012 bij de vaststelling dat ondanks industrialisatie de waardeketen van ‘farm to fork’ lang, complex en energie-intensief is. Dat maakt voedselproductie niet alleen een industrie met een bijzonder hoge ecologische voetafdruk. De lange (vaak mondiale) keten zorgt ook voor heel wat voedselverlies. Daarom vroeg Maarten zich af (toen nog student aan Vlerick Business School) hoe we met nieuwe inzichten en nieuwe technologie die keten kunnen verkorten. Zijn aandacht werd getrokken door een project in de Verenigde Staten waar serres werden gebouwd op daken van gebouwen in de stadsomgeving. Ondanks we zo het aantal voedselkilometers sterk kunnen reduceren, stelt het toch heel wat voorwaarden die je gerust als drempels kan beschouwen. Daken moeten groot, plat en sterk genoeg zijn. Vaak heb je al concurrentie van zonnepanelen. Daarbovenop moet stedenbouw het nog toelaten… Stel dat aan alle voorwaarden voldaan is heb je een dakoppervlak van 1,6 keer de regio Wales nodig om een stad als Londen te kunnen voorzien in haar behoefte van verse groenten. In het licht van een stijgende populatie (vooral in grote steden) was dat niet het gedroomde scenario.

In 2014 zag ‘een next practice platform’ het licht waar gebruik gemaakt wordt van LED-technologie. Planten doen aan fotosynthese onder invloed van licht, maar hebben daarvoor niet het hele lichtspectrum nodig. Rood, Verrood en blauw doen doorgaans het nodige. Hierdoor ben je verlost van oppervlaktebeperking en kan je in de hoogte werken in meerdere teeltlagen.

In een Plat Factory worden de planten gevoed met mineralen op een watercircuit in plaats van in de volle grond. Zo kan je veel water reduceren, en bovendien werken zonder pesticiden en herbiciden. Steriliteit is wel heel belangrijk, waardoor menselijke tussenkomst geminimaliseerd moet worden met zoveel mogelijk automatisatie.

Urban Crops ontwikkelt en vermarkt vandaag infrastructuur en algoritmen per gewas om iedereen in staat te stellen voedsel te produceren (van tuinder tot chef-kok en supermarktuitbater) Voor de markt is het een behoorlijk grote stap. Telen in 100% artificiële omstandigheden is zuiniger, efficiënter, ecologische en gezonder? Noem het maar gerust een paradigma-shift. Daarom dat Urban Crops ondanks ze op grote schaal denkt, de technologie aanbiedt in een scheepscontainer: behapbaar, overzichtelijk en toegankelijk.

De ecologische prestaties van Plant Factories zijn bekend. Telen met een factor 10 minder water en energie liggen binnen handbereik. Bovendien gaan we de 30 tot 50% voedselverlies te lijf en telen we vrij van pesticiden en herbiciden.

Een belangrijke vraag die ik heb bij Plat Factories is: gaat dit diversiteit te goede komen? Vandaag is het aanbod in de supermarkt het resultaat van monocultuur (Eén soort courgettes, allemaal zelfde kleur, allemaal even lang, … ). Met Plant factories kunnen we terug onze creativiteit en voorkeur voor diversiteit gaan botvieren door een verscheidenheid aan groenterassen te gaan herontdekken. En de gojibessen die we zo graag in onze havermout draaien in de ochtend hoeven misschien niet meer uit China komen, maar kunnen in de kelder van de supermarkt geteeld worden.

Zal de nieuwe generatie LED-tuiniers hierop inspelen?