We, Myself & A.I.

Het grootste aandachtspunt bij het schrijven van een nieuwsbrief is regelmaat, zo blijkt. Ik neem hierbij graag de draad terug op met een eerste doorkijkje naar het resultaat van een schrijfproces dat me de afgelopen zes maanden in de ban heeft gehouden. Na een aantal zeer fijne projectmatige samenwerkingen, gingen Herman Konings en ik de uitdaging aan samen een boek te schrijven. Het resultaat werd een bookzine luisterend naar de titel ‘We, Myself & A.I.’ . Het zal in de boekhandel beschikbaar zijn vanaf 28 mei.

Met We, Myself & A.I. beschrijven we het samenspel van intermenselijke, innermenselijke en buitenmenselijke intelligentie en onderzoeken we hoe de partituur in verschillende sectoren kan herschreven worden tot verleidelijke toekomstmuziek.

We hebben het boek gecomponeerd voor mensen die zowel in markten als in de bredere samenleving geacht worden beslissing te nemen dan wel te faciliteren. We willen innovatieprocessen inspireren met tal van inzichten en praktische voorbeelden van ‘slimme projecten’ uit binnen- en buitenland.

The NotCompany: De koe uit de melk halen

Dat industriële hoeveelheden gegevens dankbaar ingezet kunnen worden voor ontwerpprocessen, zien we onder meer bij The Not Company (NotCo) in Chili. Computerwetenschappers en voedingsspecialisten werken daar samen met een wat ongewone collega, het artificiële brein Giuseppe. Hun stip aan de horizon: een nieuwe generatie zuivelproducten, die beter zijn voor mens en milieu en die boerderijdieren ongemoeid laten.

Met behulp van EEG-scans worden de hersengolven van mensen geïnterpreteerd op het moment dat ze vette looksaus, zoete chocolademousse of zure Griekse yoghurt opnemen. Giuseppe helpt het NotCo-team om de moleculaire verbanden te begrijpen tussen de samenstelling van voedsel en de menselijke perceptie van smaak, textuur en verzadiging. Daarna gaat Giuseppe op zoek naar de perfecte samenstelling van plantaardige grondstoffen en eiwitten die in staat geacht wordt het origineel te overklassen in termen van smaaksensatie (bij de consument) en die daarenboven ook performanter is op het vlak van gezondheid.

‘De voedingsmarkt is overspoeld door laagwaardig en goedkoop voedsel, vol suiker en dierlijke vetten, en dat is een aanslag op de volksgezondheid’, aldus Matias Muchnick, CEO van NotCo. Chili kent de hoogste graad van obesitas onder schoolkinderen in Zuid-Amerika. De cijfers komen al aardig in de buurt van de scores in de VS, de onbetwiste en jarenlange nummer één inzake vetzucht, waar 10 tot 12 procent van de kleuters obees is. Traditionele voorlichtingscampagnes met het oog op gedragsverandering hebben er bij voorbaat weinig kans op slagen. De ietwat aparte strategie van een nieuwe schare foodtechbedrijven bestaat er dus in voedsel dat we graag eten te wijzigen in plaats van te proberen veranderen wat we graag eten. Melk van NotCo zal lekkerder zijn dan koemelk en vrij van lactose en verzadigde vetten. Bovendien zal de koe uit de melk gehaald zijn. Wat chocolademousse betreft: een mens zou niet onmiddellijk het verband leggen tussen gekaramelliseerde oesterzwammen, kokosnoot en quinoa, maar Giuseppe kwam inmiddels al enkele geslaagde chocoladesensaties op het spoor bij het combineren van die drie.

Hét vlaggenschip van NotCo is momenteel de eierloze mayonaise NotMayo, die vooral bestaat uit garbanzobonen. Qua merkstrategie kiest het bedrijf ervoor niet te werken met unique selling propositions over wat in hun producten zit, maar juist over wat er níét in zit. Producten heten dan ook NotMayo, NotMilk, NotYoghurt, NotCheese… en zijn te koop in Zuid-Amerika.

 

De Materiaalplantage

In plaats van de planeet te ontginnen door grondstoffen te delven, op te boren en ze, gebruikmakend van allerlei energievretende processen tot materialen te smeden, is een nieuwe lichting productontwikkelaars doordrongen van het idee materialen te laten groeien. Een natuurlijk groeiproces is weliswaar traag, maar vaak veiliger, milieuvriendelijker en energie-efficiënter. Bovendien zijn natuurlijke materialen veelal hernieuwbaar.

De jaarlijkse hoogmis voor biodesigners, -technologen en -start-ups heet Biofabricate en wordt gehouden in Brooklyn. Tijdens lezingen, workshops en demonstraties krijg je een goed beeld van waar deze discipline (voor) staat. Een van de ouwe getrouwen is Scott Fullbright, die met zijn Living Ink Technologies commerciële inkten maakt uit algen. In tegenstelling tot traditionele inkt, die voor 80 procent uit petroleumproducten en voor 20 procent uit synthetische pigmenten bestaat, is algeninkt 100 procent plantaardig en dus biologisch afbreekbaar. […]

Een ander kind aan huis bij Biofabricate is Ginger Krieg Dosier, de CEO van bioMASON, een start-up uit North Carolina die zich bezighoudt met de biologisch geschraagde productie van beton, cement en bakstenen. Als docente architectuur aan de North Carolina State University raakte Ginger in de ban van biomimicry, een ontwerpdiscipline waarin je je door de natuur kunt laten inspireren om industriële en vormelijke problemen op te lossen. Zo onthult het groeiproces van schelpen en koralen hoe je bouwstenen bij lage temperaturen kunt laten groeien uit bacteriën, zand en enkele andere nutriënten. De traditionele productie van bakstenen zorgt jaarlijks voor ruim 800 miljoen ton CO2 in de atmosfeer. Dankzij de gepatenteerde technologie van bioMASON worden cement, beton en steen herbruikbare materialen die zelfs uit afval kunnen worden gewonnen. […]

Wellicht spreken de pioniers die aan de slag gaan met het mycelium nog het meest tot de verbeelding. Mensen bekijken paddenstoelen meestal als ingrediënten voor een lekkere risotto of als wisselgeld voor een enkel reisje naar een psychedelisch sprookjesbos, maar in het ‘mycoceen’, de feeërieke wereld van zwammen en schimmels, liggen nog veel meer geheimen verscholen. Start-ups als Ecovative uit New York, MycoWorks uit San Francisco of Officina Corpuscoli uit Nederland weten die stilaan te onthullen. Het mycelium – ook ‘zwamvlok’ genoemd – is het netwerk van alle (vaak ondergrondse) draden van een zwam of een schimmel. Nagenoeg iedere kubieke centimeter aardbodem is doorweven met allerlei mycelia. Mycelium transporteert nutriënten tot bij de wortels van planten en bomen en zorgt ervoor dat planten met elkaar kunnen communiceren. Dat is de reden waarom het mycelium ook wel het wood wide web wordt genoemd. Sinds wetenschappers de groei van mycelia weten te controleren en aan te lengen met andere grondstoffen, is een nieuwe generatie isolatie- en verpakkingsmateriaal ontwikkeld met betere prestaties op het vlak van gewicht, hittebestendigheid, recycleerbaarheid enzovoort. Vandaag is een ware space race aan de gang rond mycocene bioproducten met waardevolle eigenschappen voor de meubelindustrie, de kledingsector, de auto-industrie en zelfs de ruimtevaart. Op showcases als die van Biofabricate krijg je zetels, lampen, bloempotten, maar ook broeksriemen, textiel en schoenen te zien die nauwelijks te onderscheiden zijn van traditionele fabricaten. De absolute uitdagingen zijn nu de opschaling en de automatisering van de productie. Sophia Wang en Phil Ross van MycoWorks geloven dat hun ‘groeiboerderij’ tegen 2020 in staat zal zijn mycelia te produceren tegen 15 euro per vierkante meter. Ambitie om werk te maken van een merkimago rond duurzaamheid hebben ze niet. ‘Onze producten zijn niet goed of slecht voor het milieu of de natuur, ze zijn het milieu en de natuur zelf’, luidt het.

De kracht van bestendige tijdelijkheid

Wanneer iets helemaal af is, verliest het zijn avontuurlijke karakter. Daarom worden zogenaamde ‘creatieve vrijstaten’ vaak gekenmerkt door ‘permanente tijdelijkheid’ en ontstaan ze in stadsdelen die in transitie zijn. Tijdens scharniermomenten tussen de vorige en de volgende bestemming bieden ze ruimte voor koplopers die, vaak vanuit de tegencultuur, onvermoeibaar hun dromen waarmaken. Een plaats om helemaal blij van te worden is NDSM, ooit de grootste scheepswerf ter wereld en nog steeds een monumentaal industrieel gebied gelegen aan de oevers van het IJ in Amsterdam-Noord.

[…] Het kloppende hart van de NDSM-werf bestaat uit de immense scheepsloodsen die vandaag een aanzienlijk deel van de Amsterdamse creatieve economie herbergen. De enorme ruimten worden gebruikt voor tentoonstellingen, concerten, evenementen en bieden geschikte werkplekken voor kunstenaars en start-ups. Onder meer MX3D, de pionier in digital manufacturing, bouwt hier aan 3D-printrobots voor toepassingen in huizenbouw en stadsinfrastructuur. Maar ook Hilton toetst er zijn fitheid voor de toekomst, in een eigentijdse glazen mantel die minzaam ook het industrieel erfgoed afdekt.

Naast een thematische focus op initiatieven rond stedelijke vernieuwing en de nieuwe, digitale maakindustrie is NDSM ook heel verdienstelijk als ruimte voor experimentele events en stadsfestivals. Elektronische muziekfestivals als PITCH, Strange Sounds From Beyond en Valtifest onderzoeken hier al geruime tijd de relatie tussen muziek, liveperfomances en creatieve interactie met het publiek. Tijdens het jaarlijkse Amsterdam Dance Event biedt de voormalige scheepswerf ruimte voor de kleinschalige doe-het-zelfutopie Green Campsite, waar je kunt verblijven en je kunt laten inspireren door nieuwe ideeën op het snijvlak van design, kunst, duurzaamheid en nieuwe technologie. Ook zie je er vaak pop-upmusea, tijdelijke installaties voor kinderen (vaak fabelachtige speeltuinen) en experimentele installaties waar ontwerpers onderzoek doen naar retail en hospitality. Landmarks die je onmogelijk kunt negeren op de NDSM-werf zijn de Russische onderzeeër Foxtrot, het Faralda Crane Hotel, Sexyland en het grand café Pllek met zijn stadsstrand en spectaculaire uitzicht op het IJ.

Het Faralda Crane Hotel torent hoog uit boven Amsterdam-Noord en bestaat uit drie hotelsuites, een jacuzzi en een sauna op vijftig meter hoogte in een gerenoveerde havenkraan uit de jaren 1950. De sociëteit Sexyland lijkt nog het meest op een derderangsstriptent of een aftands motel uit een Amerikaanse roadmovie. ‘Het is een crackhoer aan de buitenkant en een Zwitserse Stube aan de binnenkant’, waren de flatterende woorden van initiatiefneemster Aukje Decker tijdens de opening in december 2016. Met zijn 365 leden wordt Sexyland iedere dag uitgebaat door een andere curator. Dat verklaart het eclectische programma, gaande van exposities, over boeklanceringen en workshops handvaardigheid tot wilde clubnachten. We bezochten Sexyland in november 2017 op een avond die opgedragen was aan de wereld van Aziatische performatieve videokunst. We aten de hele avond teppanyaki en genoten van kortfilms uit Zuid-Korea, Japan, Taiwan en Singapore. Sexyland opent iedere dag een luikje naar een steeds weer andere wereld en streeft er zo naar onze samenleving te ‘ontbubbelen’.
Projecten worden steeds imposanter in schaal en karakter. Zo wil de beheerder van de werf Stichting Kinetisch Noord een structurele samenwerking aangaan met Poetic Kinetics, het kunstenaarscollectief uit Los Angeles dat het legendarische Burning Man Festival en het Californische dancefestival Coachella al menige jaren voorziet van imposante sculpturen en lichtspektakels. Voor Amsterdam wordt er nagedacht over een energieneutrale lichtinstallatie, verspreid over een tiental boten. In de zevenduizend vierkante meter grote Lasloods wordt geestdriftig gewerkt aan wat in de zomer van 2018 het grootste streetartmuseum van de wereld moet worden. […]